Voorwoord

Is uw gemeente ouderenproof?

Een vraag die, ondanks dat het rapport ‘Waalwijk Ouderenproof?’ in 2005 uitkwam, nog steeds actueel is. Wij waren dan ook bijzonder enthousiast, toen de vraag in het bestuur van Stichting Senioren Waalwijk aan de orde kwam om dit rapport te evalueren, te updaten en er met de ogen en kennis van 2010 opnieuw naar te kijken. Stichting Senioren fungeerde als ‘waakhond’ om er voor te zorgen dat er echt iets met de aanbevelingen uit het rapport ‘Waalwijk Ouderenproof?’ gedaan zouden worden. Het is goed je eigen prestaties en die van anderen steeds tegen het licht te houden. Wat is er allemaal goed of minder goed gegaan? Wat is er inmiddels uitgevoerd? Wat dient er nog gerealiseerd te worden? Wat moet anders, beter? Wat voor nieuwe wensen willen de ouderen van de gemeente Waalwijk en van andere betrokken instanties?
Vragen waar dit nieuwe rapport een antwoord op geeft. Opnieuw werden een stuurgroep en werkgroepen ingesteld om op allerlei gebied de wensen van onze ouderen boven tafel te krijgen. In deze werkgroepen zitten ouderen uit de gemeente Waalwijk. Het is dan ook een rapport wat voor en door hen zelf gemaakt is.
Wij hebben er alle vertrouwen in dat deze update/evaluatie van ‘Waalwijk Ouderenproof?’ er voor kan zorgen dat het voor onze ouderen nog beter toeven wordt in onze gemeente. Wij roepen gemeente en de diverse betrokken partijen op om samen met ons een succesvolle uitvoering aan dit rapport te geven.

Namens Bestuur Stichting Senioren Waalwijk
Frans Simon, voorzitter

Inleiding:

In Waalwijk is op dit moment ruim eenderde van de bevolking ouder dan 55 jaar. Zo’n 17 procent van de inwoners is 65-plus. Net als in heel Nederland zal het aantal senioren de komende tijd alleen maar stijgen. Dat vraagt dus om goede voorzieningen op het gebied van wonen, welzijn en zorg. Om in beeld te krijgen hoe seniorenvriendelijk Waalwijk eigenlijk is, verscheen vijf jaar geleden, in 2005, het eerste rapport ‘Waalwijk Ouderenproof?’. Hoofdzakelijk samengesteld door senioren zelf, want zij zijn de deskundigen bij uitstek. Ze polsten de meningen, legden de bestaande voorzieningen onder de loep, deden aanbevelingen. En legden
de belangrijkste afspraken vast in een convenant. Zodat ‘Waalwijk Ouderenproof?’ geen papieren tijger zou blijken, maar een daadkrachtig instrument. Nu, vijf jaar later, is ‘Waalwijk Ouderenproof?’ geëvalueerd. Het resultaat ligt hier voor u. Uit de verslagen blijkt dat er vorderingen zijn gemaakt. Maar het valt niet te ontkennen dat er nog steeds veel moet gebeuren om Waalwijk ouderenproof te maken. Deze evaluatie zal dus niet de laatste zijn. Stichting Senioren Waalwijk blijft aan de slag
om de seniorenvriendelijkheid van Waalwijk te meten en te bewaken. Ook de komende jaren. Door met zijn allen de schouders eronder te zetten, hopen ze steeds een stapje dichterbij te komen. Bij een leefbaar en ouderenproof Waalwijk.


Namens de stuurgroep en werkgroepen
Ouderenproof,
Rob van Schaik, voorzitter
Waalwijk, april 2010

Meer woonruimte voor senioren nodig

Een ernstig tekort aan seniorenwoningen, onveilige fietsstroken en overlast door hangjongeren. Er is genoeg te doen, wil Waalwijk ook op de gebieden wonen, verkeer en veiligheid ouderenproof worden.


WONEN

In Waalwijk is een forse achterstand in seniorenwoningen ontstaan. Ter illustratie: in 2008 stonden bij Casade ruim 10.000 woningzoekenden ingeschreven. Bijna de helft daarvan, 4536, was 55 jaar of ouder. De wachttijd voor deze doelgroep was met gemiddeld vijf jaar veel langer dan voor jongere woningzoekenden, die gemiddeld drie jaar stonden ingeschreven. (bron: Jaarverslag Casade 2008)
Er is dus een dringend tekort aan seniorenwoningen en dat is een zorgelijke ontwikkeling. Veel senioren willen hun eigen woning verkopen om te kunnen verhuizen naar een betaalbaar huur- of koopappartement. De woningmarkt in Waalwijk is hier niet op afgestemd.
Aanbevelingen:
• Om de achterstand in te halen, moeten er meer woningen voor senioren worden gebouwd.
• Ook senioren zonder indicatie moeten voor deze woningen in aanmerking kunnen komen.
• Senioren moeten voorrang krijgen bij de toewijzing van huurwoningen.


VEILIGHEID
De veiligheid in en rond de woning is voor senioren erg belangrijk. Zowel huur- als koopwoningen moeten daarom op verzoek van de bewoner getoetst kunnen worden op veiligheid en levensloopbestendigheid. Nu zijn gevallen bekend van aangepaste woningen, waar toch niet met een rolstoel gemanoeuvreerd kan worden. Een dergelijke woningtoetsing kan gerealiseerd worden door de seniorenbonden, in overleg met woningcorporaties, Platform Gehandicapten, SSW, brandweer, thuiszorg en andere instanties. Voor meer veiligheid in de wijk zijn in heel de gemeente Waalwijk al diverse wijkcomités en wijkteams actief. Per wijk één wijkcomité,
met bewoners en vertegenwoordigers van gemeente en Casade, zou het meest optimaal zijn. Overlast van hangjongeren dient structureel te worden aangepakt. Politie en gemeente zijn hier druk mee bezig. Denk aan het Raadhuisplein in Sprang-Capelle, waar veel werd gedaan om de overlast door hangjongeren in te perken. Ook door preventieve maatregelen, zoals geen banken plaatsen, voorlichting op scholen en sportactiviteiten voor jongeren, kunnen positieve resultaten worden behaald. Sport voor jongeren kan mede gestimuleerd worden door contributievergoedingen voor de minima.


VERKEER

Willen we dat senioren zo lang mogelijk zelfstandig blijven wonen, dan is goed en betaalbaar openbaar vervoer een eerste vereiste. De gemeente Waalwijk dient de
kwaliteit van het openbaar vervoer goed te bewaken. Ook periodieke voorlichting over het openbaar vervoer in de regio is nodig. Een belangrijke ontwikkeling is de invoering van de ov-chipkaart. Dit is een pasje, dat vergelijkbaar is met een chipkaart. Je kunt geld op de pas zetten, waarna bij elke rit in het openbaar vervoer het verschuldigde bedrag afgeschreven wordt. De ouderenbonden in Waalwijk zijn reeds gestart met het geven van voorlichting aan senioren inzake de ov-chipkaart. Het is wenselijk dat ze dit blijven doen, ook ná de invoering. SSW is verzocht de voorlichtingsbijeenkomsten te coördineren. Ook rijdt er een speciale ov-bus door Nederland, waar mensen alle informatie kunnen krijgen over de ov-chipkaart.
Op diverse plaatsen in Waalwijk zijn de laatste jaren vrijliggende fietspaden of -stroken gerealiseerd. Het blijkt echter dat met name deze fietsstroken vaak onveilig zijn. Auto’s rijden over de fietsstroken (bijvoorbeeld Putstraat en Landgoed Driessen), omdat de rijbaan voor het hoofdverkeer veel smaller is geworden. Bestekken voor fietspaden moeten in het vervolg beter afgestemd worden met 3VO, de Waalwijkse Fietsersbond of andere verkeersdeskundigen. De Nationale Fietsersbond heeft, naast een positieve, ook een negatieve waardering gegeven voor het fietspadenbeleid van Waalwijk (Rapportage Fietsersbalans 2009 Waalwijk). Dat is met name voor het toerisme een gemiste kans, met zo’n prachtig natuurgebied in de omgeving.

Conclusies/aanbevelingen

• Er is een ernstig tekort aan seniorenwoningen. Die achterstand moet worden ingehaald door meer geschikte woningen te bouwen en senioren voorrang te geven bij huurwoningen (ook zonder indicatie).
• Zorg voor goed openbaar vervoer en voldoende voorlichting. Met name de invoering van de ov-chipkaart verdient extra uitleg en ondersteuning.
• Om te voorkomen dat fietsstroken en fietspaden onveilig zijn, dient nauwer samengewerkt te worden met verkeersdeskundige organisaties.
• Voor meer veiligheid in de woning is een woningtoetsing wenselijk. De buurt kan veiliger door onder meer inzet van wijkcomités en doelgerichte aanpak van hangjongeren

Samen creatief en kritisch blijven

Uit gegevens van het Nationaal Ouderen Fonds blijkt dat vier procent van alle 65-plussers in Nederland zich ernstig eenzaam voelt. Zelf actief blijven en bijvoorbeeld vrijwilligerswerk doen of deelnemen aan activiteiten is het beste middel tegen eenzaamheid, blijkt uit onderzoek. Om te voorkomen dat ouderen in een sociaal  isolement terecht komen, dient er dus veel aandacht te zijn voor welzijn. Dat bereik je onder meer door goede mobiliteit, zorg en dienstverlening.

Vrijwilligerswerk

Vrijwilligerswerk is voor veel ouderen een prima middel om meer zin te geven aan het leven en eventuele vereenzaming tegen te gaan. Een goed gemeentelijk vrijwilligersbeleid is daarom onontbeerlijk. In zo’n beleid dient het vanzelfsprekend te zijn dat vrijwilligers een vergoeding krijgen voor de onkosten die ze maken. Door scholingsmogelijkheden te bieden, kun je oudere vrijwilligers opleiden en vormen. Zodat ze bijvoorbeeld eenvoudige voorlichting kunnen geven aan andere senioren. Stimuleer verder als gemeente ook particuliere ouderenactiviteiten door mee te zoeken naar een geschikte ruimte en die ruimte ook te faciliteren. Zo zijn in Waspik senioren actief die ééns per maand samen een maaltijd koken en gebruiken. Ook is er een houtbewerkingsgroepje dat regelmatig bij elkaar komt. Dit soort  initiatieven bevordert de sociale contacten en voorkomt vereenzaming. Mantelzorgers zijn ook vrijwilligers. Door allerlei bezuinigingen, zoals kortingen op de AWBZ,  gaan zorgboerderijen en andere vormen van dagopvang verdwijnen. De druk op mantelzorgers zal daarmee extra toenemen. Het is aan te raden dat de gemeente actief mee zoekt naar oplossingen om mantelzorgers te ontlasten. Bijvoorbeeld door zorgstageplaatsen te creëren bij zelfstandig wonende, maar hulpbehoevende,  senioren.

Postkantoren en banken dreigen te verdwijnen uit de kernen. Vervangende dienstverlening in buurthuizen en gebouwen als Balade, De Wissel, De  Riethorst, steunpunt Achter de Hoven en Het Koetshuis zouden een prima oplossing zijn. Als banken in de buurthuizen en wijkcentra bijvoorbeeld een maandelijks spreekuur zouden houden, kunnen senioren hier terecht voor hun zaken én een praatje. Dat is een beter alternatief dan postagentschappen in winkels. Daar is  minder gelegenheid tot sociale contacten en kan minder veilig gepind worden. Wellicht is er ook een mogelijkheid dat banken bij de steunpunten, of bij de senioren  thuis, geld komen brengen dat telefonisch opgenomen is.

De toegankelijkheid van de huisartsenpost laat te wensen over. Dat is althans het idee dat leeft onder  veel ouderen (onafhankelijk onderzoek spreekt dit tegen). Allereerst zou de telefonische bereikbaarheid moeten verbeteren. Nu zijn de telefonische wachttijden vaak lang en ook wordt niet altijd goed doorverwezen. Meer overleg tussen huisartsen, gemeente, cliënten en het management van de pluspunten zou welkom zijn om zorgsituaties beter het hoofd te kunnen bieden. Voor mensen uit de kernen Waspik en Sprang-Capelle is het lastig om met de regiotaxi (voorheen deeltaxi) bij de huisartsenpost te komen. De regiotaxi levert vaak uren vertraging en veel ergernis op. De taxi zet je wel af bij de huisartsenpost, maar wacht niet. Voor een  gang naar de apotheek moet je opnieuw een oproep doen en afwachten. Voor inwoners van Waspik speelt een extra probleem dat aandacht vraagt. Zij zijn ’s nachts en in de avonduren aangewezen op dienstapotheken in Tilburg. Beter zou zijn als zij tijdens deze uren gebruik konden maken van de dienstdoende apotheek  n Waalwijk. Een ziekenhuisapotheek, waar patiënten van de huisartsenpost direct terecht kunnen, zou ook een mogelijke oplossing zijn. 

Openbare gebouwen, zoals het nieuwe gemeentehuis, moeten uiteraard goed toegankelijk zijn voor senioren en gehandicapten. Leg vlak bij de ingang niet alleen  parkeerplaatsen voor invaliden aan, maar ook een halteplaats voor regiotaxi en buurtbus. Mensen met rolstoelen en rollators dienen alle toegangsdeuren van  openbare gebouwen zelf te kunnen openen. De buurthuizen die er nog zijn, moeten commerciëler beheerd worden zodat de kosten gedekt worden door de  baten. Ook moeten ze zeven dagen per week open zijn, ook in de vakanties. De huidige verdeling van de steunpunten over de gemeente is voor verbetering  vatbaar. De huidige hulp/zorgloketten in Waspik, Sprang-Capelle en Landgoed Driessen dreigen te vervallen na ingebruikname van het nieuwe gemeentehuis in Waalwijk. In de bibliotheken worden nu loketten ingericht, maar het is zaak alert te blijven op de toegankelijkheid en de kwaliteit van deze loketten. Met name in de kernen is behoefte aan meer dependances van het Zorgloket. Maak als gemeente gebruik van pluspunten, buurt- en wijkcentra. Stel deze accommodaties op vaste,  wekelijkse tijden open voor lichte baliehandelingen en informatieverstrekking. Eventueel kan dit loket bemand worden door een (opgeleide) vrijwilliger. Tevens kunnen er nieuwe buurtcentra ingericht worden, waar zorg verstrekt wordt en geïnternet kan worden. Het gebouw van de voormalige Babydiscount (hoek  Nieuwevaart/ Poolsestraat) in Sprang-Capelle zou hiervoor geschikt zijn. Dit moet in relatie gezien worden met de huidige buurtkamer en het buurthuis in Capelle. Handhaaf over het algemeen de publieke voorzieningen in de kernen. In buurthuizen en wijkcentra kan meer gedaan worden voor en door ouderen. Zet hier actief  in op het signaleren van eenzaamheid en verborgen problemen en stimuleer activiteiten die jong en oud bij elkaar brengen.

Mobiliteit

Veel ouderen zijn voor mobiliteit aangewezen op het openbaar vervoer en taxivoorzieningen. In dit licht bezien is het jammer dat Landgoed Driessen  praktisch onbereikbaar isvia het openbaar vervoer. Hier rijdt alleen een buurtbus. Meer bekendheid over de mogelijkheden van het openbaar vervoer, en eventuele wijzigingen, zou wenselijk zijn. Wat zorgen baart, is de ontwikkelingen in de WMO en AWBZ. De overheid wil ouderen zo lang mogelijk zelfstandig, in hun vertrouwde leefomgeving laten wonen. Maar tegelijkertijd wordt het mes in allerlei voorzieningen gezet. Zo is de seniorenregeling 65+ voor de regiotaxi (voorheen deeltaxi) per  1 januari 2010 opgeheven. Senioren kunnen nog wel gebruik maken van de regiotaxi, maar ze zijn veel duurder uit. Voor ouderen met een WMO-indicatie blijft het lagere tarief wel gehandhaafd. Over het functioneren van de regiotaxi zijn veel klachten bekend. Zoals lange wacht- en rittijden. Laten we erop toezien dat ook  ouderen met alleen AOW kunnen blijven deelnemen aan het sociale verkeer. Hun mobiliteit moet gewaarborgd blijven, zodat ze zelfstandig boodschappen kunnen  doen, op bezoek of naar activiteiten.

Conclusies/aanbevelingen

• Een goed gemeentelijk vrijwilligersbeleid is onontbeerlijk. Denk daarbij ook aan ontlasting van mantelzorgers.
• Mobiliteit is belangrijk voor (het welzijn van) senioren. Zorg dus voor een goed en betaalbaar openbaar vervoer. Met name regiotaxi levert nog veel klachten op.
• Handhaaf zo veel mogelijk publieke voorzieningen in de kernen en zorg zo nodig voor vervangende dienstverlening. Let op de geografische verdeling van
steunpunten en de functionaliteit/kwaliteit van steunpunten en zorgloketten.
Openbare gebouwen moeten goed toegankelijk zijn.
• De dienstverlening van de Waalwijkse huisartsenpost, alsmede de bereikbaarheid,kan beter.
• De werkgroep welzijn, dienstverlening en zorg van Waalwijk Ouderenproof moet helaas constateren dat lang niet alle aanbevelingen uit het eerste rapport zijn
gerealiseerd.
In deze tijd van recessie is natuurlijk niet alles haalbaar, maar welzijn is een groot goed en moet voor iedereen mogelijk blijven. Met een krimpend budget is het
zaak extra creatief en kritisch te blijven. Een regelmatige evaluatie van ouderenproof blijft nodig.

Zorg voor duidelijkheid en structuur

Welke voorzieningen zijn er voor ouderen en hoe kom je daarmee in contact? De behoefte aan duidelijke informatie is en blijft groot. Communicatie en voorlichting kan op drie manieren: mondeling, schriftelijk en/of digitaal.

MONDELING
Persoonlijk contact is een prima manier om informatie aan ouderen over te brengen. De twee professionele ouderenadviseurs die in Waalwijk in 2006 zijn aangesteld, gaan, evenals de vrijwillige adviseurs, bij de mensen thuis op bezoek en geven allerlei  informatie en ondersteuning. Ook het instellen van spreekuren bij het Zorgloket is een vooruitgang als het gaat om goede communicatie. In het persoonlijk contact spelen uiteraard ook mantelzorgers, buren, kerken en organisaties als ouderenbonden een belangrijke rol. Telefooncirkels kunnen eveneens nuttig zijn voor het  versterken van sociale contacten, uitwisselen van nieuws en bijvoorbeeld een wekservice.

Ouderenwerkers en zorgloket
De werkgroep constateerde dat de  samenwerking tussen de (beroepsmatige) ouderenadviseurs en de vrijwilligers (van verschillende organisaties) voor verbetering vatbaar is. Onderlinge contacten zijn er nauwelijks. Daardoor is het vaak onduidelijk welke hulp mogelijk door vrijwilligers kan worden gegeven en welke onderwerpen specifiek voor de beroepsadviseurs gereserveerd moeten blijven. Een gemiste kans, want vrijwilligers hulp is laagdrempelig, snel toegankelijk en prima inzetbaar. Denk hierbij aan ondersteunende taken  als het bijhouden van administratie, het invullen van belastingaangiften, het invullen van formulieren. De beroepskrachten zijn vooral belangrijk bij meer complexere vraagstellingen. Momenteel is de huisvesting van het Zorgloket en de spreekuurruimte van de ouderenadviseurs verre van ideaal. Als het Zorgloket straks naar het nieuwe gemeentehuis verhuist, zoals het plan is, zal de situatie verbeteren. Een centraal zorgloket moet in elk geval goed bereikbaar zijn, geopend tijdens kantooruren en professioneel functioneren. Om de vinger aan de pols te houden, is een geregelde verslaglegging onontbeerlijk. Daarmee kan de doeltreffendheid  van het loket en zijn dienstverlening (is er doorverwezen naar de juiste instanties, was de hulp succesvol, voldoende nazorg?) beoordeeld en eventueel bijgestuurd worden.

Seniorentrefpunten
Veel ouderen hebben behoefte aan contactmogelijkheid in de directe woonomgeving. Een goed uitgerust seniorentrefpunt kan leiden tot meer betrokkenheid bij de eigen buurt, verbeterde toegang naar de zorgvraag en doorbreking van mogelijk isolement. Voorbeelden van dergelijke  seniorentrefpunten zijn een centraal loket/servicepunt, spreekuur in de openbare bibliotheek, activiteiten in wijkcentra. Op die ontmoetingsplaatsen moeten  ouderen terecht kunnen voor ontspanning, maar ook voor informatie of doorverwijzing als het gaat om een hulpvraag.

SCHRIFTELIJK
Het regelmatig laten  verschijnen van een complete seniorengids kan een goede vorm van voorlichting zijn. Zo’n boekje bevat informatie
over alle activiteiten, bonden, educatie, maaltijdvoorziening, domotica, klussendienst, zorgloket, thuiszorg, regiotaxi, woningaanpassingen, dementieconsulent enzovoort enzovoort. Zodat ouderen weten welke voorzieningen er zijn in hun gemeente en waar ze die kunnen vinden. De Seniorenwijzer, later ViaPlus, waren goede voorbeelden van zo’n seniorengids. Vooral op ViaPlus is echter veel commentaar gehoord. Met name de vormgeving, alsmede de titel, deed niet denken aan  en naslagwerk voor ouderen. Duidelijk voor de ontvanger moet zijn dat het boekje, net als de gemeentegids, tenminste een jaar bewaard moet blijven. Het is niet zeker of herhaling van zo’n uitgave voor de initiatiefnemer, Stichting Senioren Waalwijk, financieel mogelijk is. De werkgroep adviseert daarom in samenwerking met  e gemeente eens per drie jaar een seniorengids uit te geven.  Bij de ontvanger moet onmiddellijk duidelijk  zijn dat het gaat om een door de gemeente steunde  itgave van een naslagwerk, specifiek gericht op ouderen.  Actuele informatie kan zijn weg naar de  oudere ook vinden via de gemeentepagina in de weekbladen, de infobulletins van het  Zorgloket en de diverse uitgaven van ondermeer de ouderenbonden. Hierbij willen we nog opmerken dat de herkenbaarheid op de gemeentepagina’s voor verbetering vatbaar is. Je leest er als oudere snel overheen.

DIGITAAL
Ook ouderen maken steeds meer gebruik van internet. Digitale informatie moet daarom toegankelijk en goed gestructureerd zijn. De werkgroep heeft websites bekeken van diverse organisaties in de gemeente Waalwijk. Daarbij constateerde ze grote verschillen. Sommige ouderenbonden hadden bijvoorbeeld helemaal geen site. Andere bleken uiterst informatief, met nuttige links naar  andere ouderenvoorzieningen. De website van de gemeente Waalwijk, met daarin verwerkt het Zorgloket, heeft de laatste jaren geen positieve ontwikkelingen voor ouderen laten zien. De informatie is gericht op de hele bevolking van gemeente Waalwijk, zonder specifieke verwijzingen voor ouderen. Ook de site van  Stichting Senioren Waalwijk (SWW) laat te wensen over. Een verbetering van de digitale informatie op de verschillende websites zou dus wenselijk zijn.

Conclusies/aanbevelingen
• De gemeente dient de ouderenadviseurs (thans 2x18 uur per week) zeker te stellen en te handhaven.
• Een betere taakomschrijving en afstemming tussen professionele en vrijwillige adviseurs is wenselijk. Doe dat via een jaarlijks plan van aanpak.
• Richt één centraal loket/servicepunt in als eerstelijns ondersteuning voor de ouderenadviseurs (tweedelijns).
• Stimuleer telefooncirkels.
• Contactmogelijkheden (seniorentrefpunten) in de directe woonomgeving
optimaliseren.
• Elke drie jaar een duidelijke, informatieve seniorengids uitbrengen, mogelijk in combinatie met de gemeentegids.
• Belangrijke websites voor ouderen beter toegankelijk maken.
• Richt een netwerk op van vrijwillige ouderenadviseurs.
• Blijf ouderenproof evalueren, ook in de toekomst, door één werkgroep in stand te houden.